Ridgeback

De ridgeback is een heel nieuw ras in Nederland, het lijkt een gladhaarcavia met één richel haar die als een kam rechtop staat en over de ruggengraat loopt. Het ‘nieuwe’ van een ridgeback is wel relatief: al vaker zal her en der ‘per ongeluk’ een dier geboren zijn dat er sterk op leek of zelfs ridgeback was, maar tot heel recent werd daar niet bewust op gelet. Hoewel er momenteel geen specifieke ridgebackfokkers in Nederland zijn, wordt tegenwoordig wel beter herkend wanneer een ridgeback geboren wordt en wordt het ras zo beter benoemd. In Engeland -en mindere mate in Duitsland, Canada en Amerika- worden ze al langer en ook gerichter gefokt, en daar worden ze ook geshowd.

De cavia hier afgebeeld is (c) Caviastal Mila.

 

De standaard

 

Ridgebacks zijn in Nederland nog niet erkend. In Engeland is een standaardomschrijving bekend, die ook in andere landen wordt overgenomen. Hieronder vindt u de Engelse standaard.

Het belangrijkste kenmerk is uiteraard de haarkam, die recht over de ruggengraat moet lopen, zo rechtop en strak als mogelijk. Hij moet starten tussen de oren, en helemaal tot aan de heupen lopen, hoe langer hoe beter. De rest van de vacht moet kort en glad zijn, zonder korter of langer behaarde stukken en zonder andere vachtfouten. Twee rozetten op de heup zijn momenteel nog toegestaan, maar er wordt naar gestreefd deze zo snel mogelijk uit de omschrijving te krijgen want de kam heeft deze niet nodig om goed rechtop te staan. De ogen moeten groot en bol zijn, en de oren moeten hangen.

 

 

Lichte fouten

 

Onbekend

 

 

Zware fouten

 

Onbekend

 

 

Kleuren

 

De ridgeback wordt nog niet gericht op kleur gefokt, op dit moment wordt voornamelijk geprobeerd de kam zo recht en lang mogelijk te krijgen, zonder dat de vacht op de rest van het dier ongelijkmatigheden gaat vertonen.

 

 

Erkenningen

 

De ridgeback is alleen nog erkend in Engeland, maar mag in Amerika en Canada onder  ‘zeldzame rassen’ worden ingeschreven, buiten mededinging. Er is in Canada overigens wel een standaard voor.

 

 

 

Genetica

 

Een ridgeback heeft niet één gen, maar een specifieke combinatie op 2 genen nodig: RR MM of evt. RR Mm.
R is het gen, dat tot het vormen van rozetten aanzet.
M is het gen, dat het tonen van rozetten echter onderdrukt, pas bij m worden ze toegestaan.
Om een ridgeback te creëren, moeten dus de rozetten wel aangezet worden: RR, maar ze moeten niet getoond worden: MM, of evt. Mm.
Als je RR mm hebt, waarbij dus de aanzet tot rozetten wordt gestimuleerd, en die tegelijk allemaal worden toegestaan, dan heb je een borstelcavia. Sommige borstels tonen te weinig rozetten, die zijn dan vermoedelijk Rr mm.
Als je RR MM hebt, waarbij je wel aanzet tot rozetten hebt, maar ze worden onderdrukt, dan heb je de meeste kans op een ridgeback. Een RR MM is geen gladhaar! Er zijn diverse manieren om gladharen te fokken. Gladharen kunnen rr MM of rr mm zijn (geen aanzet tot rozetten, dus het maakt niet uit of je ze onderdrukt of niet), of Rr MM (wel enige rozetaanzet, maar die wordt onderdrukt).

De gebruikelijke manier om ridgeback te fokken, als je nog niet genoeg exemplaren hebt om ze onderling te verparen of om ridgeback met gladhaar te verparen, is een borstelcavia met een gladhaar verparen. Ook een peruvian met een gladhaar zou ridgeback kunnen creëren. Er is echter geen garantie dat er uit deze verparing ook ridgeback valt. Zoals je hierboven kon lezen, bestaat het vermoeden dat zowel RR MM als RR Mm ridgeback kan geven. Ridgebackfokkers streven echter wel naar RR MM.

 

Er is nog een ‘ondersoort’ van de ridgeback die “Irish Crested” oftewel Iers gekruind genoemd wordt. De omschrijvingen van Irish Crested die te vinden zijn spreken elkaar echter tegen. Volgens de ene beschrijving hebben ze een kruin achter op de rug, met van daar af aan iedere kant van de ruggengraat een kam. De kammen lopen vanaf die kruin naar voren en komen samen in een soort ‘kuif’ op de kop. Volgens de andere omschrijving echter zou de Irish Crested twee rozetten hebben, één achter op de rug en één op het voorhoofd, met daartussen één strak lopende kam. Ook een kort- of halflangharige peruvian schijnt wel eens Irish Crested genoemd te worden. Hun genetische code zou Rr Mm kunnen zijn, maar voorlopig lijkt het erop dat de benaming Irish Crested voor erg veel variaties gebruikt wordt en nog geen duidelijke eenheidsbenaming is. 

 

 

Overige informatie

 

De kam van een jonge ridgeback is vaak bij de geboorte al zichtbaar, maar nog niet altijd meteen even goed. Soms zie je enkele rechtop staande haren, soms zelfs dat niet eens. De ridgeback verraadt zich dan toch, omdat op de achterpoten dan een soort ‘warreltje’ te zien is, het lijkt wel alsof midden op de tenen een paar haren in een kuifje rechtop staan. Zulke dieren kunnen best nog een kam gaan ontwikkelen, maar ook als ze dat niet doen zijn ze bruikbaar voor de fok omdat ze dan ridgebackdrager zijn.

 

 

 

Foto's