Lunkarya De lunkarya is een redelijk recent ontstane mutatie die uit zijn ontstaansland Zweden is overgekomen, en is op dit moment de enige dominant verervende krul. Ook de curly vererft dominant, maar de curly is niets anders dan de kortharige lunkarya. De krul van de lunkarya is duidelijk anders dan die van de texel, merino en alpaca. De vacht voelt vettiger en stugger, en een grappige bijkomstigheid is dat de vacht ook heel anders ruikt. De geur is moeilijk te omschrijven en wordt wel eens ‘nat mos-geur’ of ‘bosgrondlucht’ genoemd! Lunkarya wordt omschreven als S-type, C-type of P-type. Daarmee wordt bedoeld, dat hij geen kruinen heeft (S van Sheltietype), één voorhoofdskruin (C van Coronettype) of de kruinen van de peruvian (P-type dus!). De lunkarya heeft erg snel aan populariteit gewonnen en wordt veel gefokt, waarbij opvalt dat de zilveragouti bonte lunkarya het meest gezien wordt. foto (c) Caviastal Chinchi
|
De standaard
De lunkarya is
in Nederland nog niet erkend. Er zijn op dit moment wel enkele fokkers bezig
met het voorwerk om ze in zilveragouti bont voor te brengen voor erkenning,
maar dit kan nog even duren. Hieronder een vertaling van de Zweedse
standaard. Lichaam: Oren: oren groot en hangend,
gelijkmatig gevormd en geplaatst, wijd uiteen geplaatst. Fouten zijn
vouworen, kleine oren, te hoge oren, ongelijkmatige oren. Vacht: Conditie en
presentatie:
|
Lichte fouten
Zie boven
|
Zware fouten
Zie boven
|
Kleuren Lunkarya’s zijn in meerdere kleuren te vinden. Wel valt een lichte voorkeur voor agoutivarianten te zien, waarbij de zilveragouti bonte het meest voorkomt.
|
Erkenningen
Nog niet erkend in Nederland, België, Duitsland en Europa.
|
Genetica
Een lunkarya is
LuLu, dus zoals gezegd een dominant verervend gen. Een lunkarya met een ander
langharig ras zal dan ook lunkarya geven, maar over het algemeen wordt dit
niet aangeraden. Lunkaryafokkers proberen zo serieus mogelijk enkel
lunkarya’s met elkaar te verparen, omdat de ervaring leert dat de
vachtkwaliteit achteruit gaat als niet-lunkarya’s ingekruist worden. De minipli is een uitzondering: om deze te creëren, moet bewust texel, merino of alpaca ingekruist worden, zie daar voor meer informatie. Is dit echter niet je hoofddoel, ga dan beslist geen andere krulvariant met de lunkarya kruisen! De lunkaryavacht zal er op achteruit gaan, omdat de andere langharige krulvachten juist op zijdezachtheid geselecteerd worden, terwijl de lunkarya zo hard mogelijk van vacht moet zijn.
|
Overige informatie
De lunkarya is
een erg zachtaardige cavia en de vacht vraagt weinig onderhoud. De lunkarya en curly
gaan door een vachtwissel. Dit is uniek voor de lunkarya en curly: andere
(half)langharige varianten zoals bv. de sheltie of texel zijn langharig omdat
hun rui onderdrukt wordt, waardoor het haar maar blijft doorgroeien. Bij
kortharige rassen zullen de haren ruien (uitvallen) bij een bepaalde lengte,
om dan plaats te maken voor een nieuwe haar. Lunkarya’s en curly’s ruien wel.
En hoe! De rui van deze dieren gaat nogal rigoureus: de lunkarya of curly
verliest flinke bossen haar, kan zelfs vrijwel kaal worden, en daarna groeit
op de kale plekken de nieuwe vacht. Die, idealiter, daarna steviger en harder
van structuur is dan de afgeworpen vacht. Vanwege deze
vachtwissel, is de lunkarya strikt genomen ook geen écht langharig caviaras. Een
zuiver langharig caviaras is immers langharig omdat de rui daarbij onderdrukt
wordt waardoor de haren alsmaar door blijven groeien. Toch hebben we de
lunkarya hier onder Langharige Rassen gezet, omdat het voor de beginnende
liefhebber veel logischer is de lunkarya onder langharige rassen te zoeken. Leuk is nog om
te weten waar de cavia en zijn naam vandaan komt. De Zweedse gezusters
Lundqvist hadden een dierenwinkel. Op een gegeven moment werd hen een nestje
cavia’s aangeboden. Een van de jongen was een krullenbol met langer haar. Dit
viel op, omdat de ouders borstelcavia’s waren die de normale lengte hadden
qua haar en ook geen krullen. Ze hebben dit diertje verpaart met
peruvians en al direct in de eerste generatie kwamen er cavia’s met krullen
uit voort. Dit herhaalden zij en het bleek dus dat er steeds in de eerste
generatie al meteen dieren met krul werden geboren. Hierdoor werd aangetoond
dat de krulfactor bij de Lunkarya’s dominant is. De gezusters besloten dat
het niet de bedoeling was om steeds maar peruvians in te kruisen, want de
vacht werd er zachter van. Ze wilden de vacht zo hard en ruig mogelijk
houden. Vanaf dat moment proberen lunkaryafokkers de lunkaryafok zuiver te
houden. De naam Lunkarya komt van: Lunk = Lundqvist en rya = schaapje!
|
Foto's
(Op deze laatste foto is afgebeeld een lunkarya van 3 weken oud, die een kale plek toont op de neus. Dit is heel normaal en groeit vanzelf weer aan: door het zogen -waarbij de kop steeds tegen het moederlichaam stoot- breekt de behoorlijk stugge lunkarya-beharing af.)
|
|