Cuycavia

De cuy is in principe, net als de satijn, geen ras, maar een variant in cavia's. De cuy is een reuzencavia en vindt zijn oorsprong in Zuid-Amerika, waar deze grotere cavia's gefokt werden voor het vlees. Het eten van deze cavia's is daar net zo gewoon, als dat er hier kip gegeten wordt. De cuy is over het algemeen schrikachtiger dan een gewone cavia, heeft een kortere levensverwachting en is minder geschikt als knuffeldier. Er zijn echter nog een klein aantal fokkers bezig om deze eigenschappen uit de cuy te fokken en van de cuy een gezonder en rustiger ras te maken. Een volwassen, zuivere cuycavia kan rond de 3 kilo wegen. Cuy wordt uitgesproken als 'koei'.

De cuy rechts afgebeeld is (c) Cobaye kleindierfotografie.

 

 

De standaard

 

De cuy is nergens erkend, maar er is wel een voorstel gedaan voor een standaard.

 

1. Type en bouw

-compacte walsvorm, zwaar, massief en zeer stevig

-voor en achter even hoog

-gespierde borst en ribbenpartij

-brede en ronde achterhand (vooral bij zeugen)

-beren hebben een duidelijke stierennek en schouderpartij

-staart botje licht verlengd (niet zichtbaar wel voelbaar)

-benen, kort, recht en krachtig en in verhouding tot het lichaam

-4 tenen voor en 3 tenen achter (niet bij langharen)

 

2. Gewichten
De Cuy moet zo groot mogelijk zijn in verhouding tot leeftijd

C klasse (jeugd) van 3 tot 6 maanden 800 – 1500 gr

B klasse (puber) van 6 tot 9 maanden 1200 – 1800 gr

 A klasse (volwassen) vanaf 9 maanden  1700 – 3000 gr

 

3. Beharing en beharingsconditie

De beharing is schoon, glanzend en zonder klitten en moet glad aanliggen

 

4. Kop, Ogen en Oren

De kop is prismavormig met redelijk gebogen neusbeen.

Ogen zijn groot, helder , glanzend en licht amandelvormig

Oren horizontaal ingeplant, vlezig van structuur, lichte golf in het midden, en licht behaard.

 

5. Kleur (gladhaar)

Rood wit

Zwart wit

 

6. Onderkleur

Onder kleur moet zoveel mogelijk volgen op de dekkleur

 

7. Conditie en Verzorging

-schoon en verzorgd over heel het lichaam

-tanden, geen verkleuring of breuken

-beharing zonder klitten

-vetklier schoon

-niet te dik of te mager

-vitaal zijn

 

 

 

 

Lichte fouten

 

-          ingezakte rug, pindavormig lichaam

-          uitstekende en hoekige botten

-          iets spleetogen

-          oren dun van structuur, dracht, stand en iets beschadigingen

-          niet geheel schoon

-          niet vitaal en geen glanzende beharing

-          Granharen

 

 

Zware fouten

 

-      te smalle heupen en achterhand

-          te uitstekend heup en/of borstbeen

-          meertenigheid (polydactilie)

-          minder dan 1600 gram bij volwassen dieren

-          ondergewicht of te licht voor leeftijd

-          te spitse kop, te kleine kop, te zware kop

-          afwijkende oogleden (spekoog, hangend ooglid)

-          te mager of te vet

-          zwakke voeten, afwijkende nagel of teenstand

-          vetklier niet schoon, rond geslachtsdelen niet schoon

-          niet te keuren vanwege schuwheid

 

 

 

Kleuren & rassen

 

Cuys zijn nog niet erkend,  maar worden in gladhaar het meest in zwartbont en roodbont gezien. In principe komen cuys in alle kleuren en rassen voor, hoewel de gladharen en gekruinden de overhand hebben.

 

 

Erkenningen

 

Nog nergens erkend.

 

 

Genetica

 

Er is nog niet veel bekend over de genetica van de (afmeting van de) cuy. Alle kleur- en raseigenschappen van de gewone cavia vererven bij cuys identiek. Het is op dit moment onduidelijk of de grootte van de cuy, en die lichaamseigenschappen die afwijken van de gewone cavia, werkelijk genetisch vastlegbaar zijn of enkel door langdurige selectie tot stand zijn gekomen. Cavia’s en cuys zijn onderling verpaarbaar* en kunnen gewoon jongen krijgen die gezond groot worden en vruchtbaar zijn, en dan qua eigenschappen tussen beide rassen in zitten. Op basis van deze gegevens mag voorzichtig ervan worden uitgegaan dat er inderdaad geen ‘cuy-grootte-gen’ is, maar dat de grootte puur door selectie is ontstaan, te bewijzen is deze bewering echter niet.

 

* Het is niet aan te raden cuys met gewone cavia’s te verparen, zie ook hieronder bij Fokken met cuys.

 

 

Overige informatie

 

Herkomst

De cuy komt, net als alle cavia's van oorsprong uit Zuid-Amerika. Doordat de dieren werden ontdekt en verspreid door de rest van de wereld, hebben zij hun verschillen ontwikkeld. Waar onze cavia een mollig, klein gezelschapsdier is, is de cuy in Zuid-Amerika vooral een vleesleverancier, die echt gefokt wordt op grootte en kwantiteit in plaats van kwaliteit. De grootste dieren kunnen zelfs 4,5e kilo wegen en 50 cm lang zijn! De Zuid-Amerikaanse cuys hebben veelal meer tenen, omdat de eigenaren denken dat deze dieren verhoogd vruchtbaar zijn (inmiddels is door onderzoek aangetoond dat meertenigheid los staat van vruchtbaarheid). Ook zijn de grootste cuys vaak in lichte kleuren gefokt als grote vleescavia's, terwijl dieren met donker pigment minder groot hoefden te zijn omdat zij als offerdier gebruikt werden. De oogkleur speelt een kleinere rol, hoewel aan rood-ogigen een verminderde weerstand wordt toegeschreven.

 

Cuys in Europa

De eerste cuys die in Duitsland geïmporteerd werden, wekten nogal teleurstelling op. De dieren bleken zeer schrikachtig te zijn, hadden grote neiging tot het ontwikkelen van tumoren, een korte levensverwachting, verhoogde kans op hartaanvallen bij stress of warmte, ze vervetten snel door de andere voeding en er kwamen veel fokproblemen voor.  In 2002 is daarom de Cuy Belangengroep in Duitsland opgericht, die zich bezighoudt met strenge selectieve fok om de gezondheid van de cuy te verbeteren. Punten uit dit programma zijn bijvoorbeeld verbeterde vitaliteit, verbeterde fokopbrengsten, beter gezichtsveld, normaal aantal tenen, beter type en bouw, normale oog- en oorstand en een handelbaarder karakter.

 

Fokken met cuys

Het fokken met cuys is eigenlijk iets voor meer ervaren fokkers omdat strenge selectie en goed inzicht een vereiste is. Het gewicht moet goed in de gaten worden gehouden. Door veel fokkers woerd 1700 gram voor volwassen dieren als minimum gezien om verder mee te fokken. Bij zeugen is het zaak om op een volle, ronde achterhand te selecteren; bij beren moet vooral de stevige schouderpartij in acht worden genomen. De korte benen moeten stevig zijn en het gewicht goed aankunnen. Ook moet bij de fok idealiter ook gelet worden op het aantal tenen; veel cuys hebben nog teveel tenen, terwijl zij net als gewone cavia's 3 tenen aan iedere achterpoot en 4 aan iedere voorpoot behoren te hebben. Spekogen zijn nog een veelvoorkomend probleem bij oudere dieren en zouden ook steeds verder uitgeselecteerd moeten worden in de fok.

 

Het is absoluut niet aan te raden om gewone cavia's met cuys te verparen. Mocht dit toch gebeuren, gebruik dan altijd een cuyzeug met een gewone beer. Wanneer een cuybeer een gewone zeug dekt, zullen de jonkies veel te groot worden en zijn de risico's tijdens de dracht en geboorte érg hoog.

 

Cuys houden

De cuy is in principe een gewone cavia en kan ook gehouden worden als een gewone cavia. Er zijn gelukkig zeker uitzonderingen, maar de meeste cuys zijn nog steeds schrikachtiger en sneller gestresst dan gewone cavia's. Het is van groot belang dat jonge cuys direct in hun eerste weken gewend raken aan een huiselijke omgeving en mensenhanden, dan is de kans het grootste dat de dieren vrij tam te krijgen zijn.

 

Voor de informatie over cuys willen wij graag CS Hopeful Farm bedanken voor hun hulp.

 

 

Foto's