Hier bespreken we de 6 verschillende types uitmonstering bij de cavia’s. Met uitmonstering, bedoelen we een soort aftekening op een cavia, waarbij de tekening niet door het S-gen (tekening-gen) tot stand komt maar via een ander gen of andere genencombinatie tot uiting komt.

Hieronder worden behandeld:

1.           Tan, lux, otter en zilvervos

2.           Magpie

3.           Schimmel en dalmatiner

4.           Verzilvering

5.           Rus en himalaya

6.           Sable

 

 

   

Tan, lux, otter en zilvervos

 

Een tan (genetische code: atat) is eigenlijk een dier dat geen agouti is, maar wel agouti-kenmerken vertoont. Zo is sprekend voor de agouti dat die een anders gekleurde buik heeft, en een bril (ringen om de ogen in de kleur van de buik) kan vertonen. Deze kenmerken heeft de tan ook. Behalve een gekleurde buik (inclusief binnenzijde van de poten) en oogringen heeft een tan ook een gekleurde onderkaak, een vlekje aan de basis van elk oor, waarbij de binnenzijde van het oor ook geheel gekleurd is, gekleurde neusspiegel en tenslotte ook spitzen. Deze spitzen zijn gekleurde haren die regelmatig verspreid over de flanken zitten, meer naar de buik toe en afnemend naar de rug toe.

 

De kleur van buik en rest van de uitmonstering is altijd een kleur uit de rode kleurrij. Is deze uitmonsteringskleur rood, dan is het dier tan. Is deze uitmonstering buff, dan is het dier lux. Is de uitmonstering crème, dan is het dier otter. En is het rood volledig verbleekt naar wit, dan is het een zilvervos.

 

Een tan, lux, otter of zilvervos kan voorkomen bij elk dier van de zwarte kleurrij, dus bij zwart, choco, slate blue, coffee, lilac en beige. Theoretisch kan het ook bij dieren uit de rode kleurrij, maar dan is natuurlijk het probleem dat je dat uiterlijk op het dier niet ziet. Een rode tan of een crème otter ziet eruit als effen rood of effen crème, immers.

 

  

  

 

 

Magpie

 

Een magpie (genetische code: epep crcr) is een cavia met idealiter 3 verschillende vlakken: gekleurde vlakken, witte vlakken en gekleurd-witte (brindle) vlakken. Een magpie kan voorkomen bij alle kleuren uit de zwarte kleurrij, dus zwart, choco, slate blue, coffee, lilac en beige, maar ook bij (solid)zilveragouti, (solid)cinnamonagouti, en de vier witargentes, normaal en in solid: slateblue-witargente, coffee-witargente, lilac-witargente en beige-witargente. Dat is een behoorlijke rij mogelijkheden en om de uitleg wat te vergemakkelijken neem ik nu even enkel de zwart magpie als voorbeeld, overal waar magpie staat hieronder mag je zwart magpie lezen.  

Hoe komt zo’n magpie tot stand? Wel, stel je een brindle cavia (epep) voor: zwarte vlakken, rode vlakken en brindlevlakken. En stel je dan voor, dat we daar de genen aan kunnen toevoegen, die alle rood geheel uitfilteren tot wit (crcr). Het resultaat is een magpie (epep crcr)!

Dit is natuurlijk wel het ideaalplaatje: drie duidelijk afgescheiden vlakken van zwart, wit, en zwartwitte brindle. In de praktijk is dat best moeilijk. Soms heeft een magpie amper brindle, en verraden slechts een paar brindleharen dat het dier niet zomaar zwart bont is. Of het gaat helemaal de andere kant op: het dier is één en al brindle en daardoor juist moeilijk van een schimmel of dalmatiner te onderscheiden.

 

Omdat het in de fok heel belangrijk kan zijn om magpie en schimmel niet door elkaar te halen, is hier een rijtje met kenmerken om ze van elkaar onderscheiden.


Schimmel zie je vooral op borstkas en flanken en zelden op de snuit, magpievlekken (brindle) zie je over het hele lichaam, dus ook op de snuit.
Schimmel
wordt gewoonlijk geleidelijk meer naarmate het centraler op het lichaam komt, magpie heeft meestal scherp begrensde vlakken.
Schimmel kan ook in roodtinten, magpie kan absoluut niet in roodtinten.
Schimmel vererft dominant, magpie niet.
Schimmel zit op één Rn gen, magpie is een samengaan van minimaal 2 verschillende recessieve genen.
Schimmel kan jongen verwekken met dubbel schimmelgen die misvormd en niet levensvatbaar zijn, magpie is absoluut onschadelijk.

 

Magpie is overigens het engelse woord voor ekster. Probeer maar eens een plaatje van een eksterkonijn te googlen, en je zal meteen zien dat die aftekening hetzelfde is als bij de magpie-cavia.

 

  

 

 

(Links: coffee-magpie, rechts: zilveragouti-magpie)

 

   

(solid zilveragouti-magpie)

 

 

 Schimmel en dalmatiner

 

Een schimmel en dalmatiner zijn beide uitingen van het Rn-gen. Voor meer informatie over het Rn-gen, waarom er 2 verschillende uitmonsteringen toch op hetzelfde gen zitten, en uitleg over de vererving hiervan, verwijs ik naar de Genetica-pagina.

·         Een schimmelcavia heeft over zijn lijf heel wat witte haren, die zeer gelijkmatig verdeeld zijn. De hoofdkleur is altijd nog door de schimmelharen heen zichtbaar, zo is bv. bij een gemengd schimmel nog goed te zien waar de schimmel op een rood vlak zit en waar op een zwart vlak. Naar de kop en geslachtsdelen toe wordt de schimmeling geleidelijk wat minder, en op de kop bevindt zich geen schimmel. Ook zijn de poten alle vier gekleurd, zonder schimmel. Schimmel zien we het meest op borstelcavia’s, en vooral in zwart, rood en gemengd schimmel (rood-zwart), maar wordt ook steeds vaker op CH-teddy gezien in heel wat kleurvarianten.

Een schimmel heeft zwarte ogen.

·         Een dalmatiner is wit op het lijf, maar in dat wit zitten gekleurde vlekken. Die vlekken zijn idealiter rond, zonder schimmelharen in de vlek, gelijk van grootte en gelijkmatig over lichaam en buik verspreid. De vier poten en kop zijn gekleurd. Op de kop zit een rechte bles, van neus tot voorhoofd. Een dalmatiner kan in alle kleuren voorkomen, maar wordt vooral in zwart gezien. Je ziet ze vrijwel alleen nog maar in gladhaar.

Een dalmatiner heeft (donkere) vuurogen.

Schimmel en dalmatiner kunnen bij onderlinge verparing lethaal witte jongen verwekken. Dat zijn niet levensvatbare, misvormde jongen. Wie schimmel of dalmatiner wil fokken, doet er dan ook goed aan zich hier eerst grondig over in te lezen.  

 

Dalmatiner

  

 

Schimmel

  

 

 

Verzilvering

 

Verzilvering schijnt een recessieve vorm van schimmel te zijn, maar over de vererving ervan is nog weinig bekend. Verzilverd x verzilverd geeft enkel verzilverde jongen, hetgeen doet vermoeden dat er inderdaad een apart gen voor aan te wijzen is. In Duitsland noemt men dit het si-gen, van Silberling, zoals de verzilverden daar heten. Verzilvering is, in tegenstelling tot schimmel, recessief verervend en niet lethaal. Het is echter ook moeilijk vast te leggen. Waar dieren met schimmel meteen zo geboren worden, ontwikkelt verzilvering zich pas later, na enkele weken tot maanden. Ook verdwijnt bij vrijwel alle verzilverde dieren, op een hoogst enkele uitzondering na, de verzilvering bij het volwassen worden weer. Lange tijd werd gedacht dat verzilvering enkel bij bb-dieren (choco en choco-varianten) voorkwam, maar dit is in de praktijk weerlegd, ook zwart verzilverd en goudagouti verzilverd zijn in Nederland gesignaleerd, en er zijn geluiden gehoord vanuit andere landen dat het ook al bij andere kleuren gezien zou zijn.

 

   

 

 

Rus en himalaya

 

Een rus en een himalaya (caca) zijn eigenlijk gewoon hetzelfde qua uitmonstering. Het enige verschil is, dat de benaming rus gebruikt wordt bij kortharige variëteiten, en de naam himalaya bij langharige variëteiten. Waarom bij dit specifieke dier de langharigen een eigen benaming hebben gekregen is niet duidelijk. Bij geen enkele andere kleur of aftekening gebeurt dit.

Een rus is een zuiver wit dier, waarbij de extremiteiten gekleurd zijn. Extremiteiten zijn eigenlijk alle ‘uiteinden’, dus in dit geval de vier poten, de oren en de snuit. De poten moeten zo hoog mogelijk gekleurd zijn. Hoe meer kleur, hoe beter. De oren zijn helemaal tot aan de huid gekleurd. Het zogenaamde masker is de vlek op de snuit. Dit masker is scherp begrensd van het wit, loopt vanaf de neus tot tussen de ogen, en vormt een vloeiend ovaal om de neuspunt. De ooghoeken mogen niet door het masker geraakt worden. De ogen zijn rood. Dit hoort bij het ca-gen van de rus en zit dus niet op het roodoog-gen p!

Russen worden zuiver wit geboren. Pas na enkele weken krijgen ze hun uitmonstering. Dit maakt de fok van rus een uitdaging: het duurt even voor je de jongen kan selecteren op aftekening en pas als ze al halfwas zijn is écht duidelijk hoe hun uitmonstering zich volledig ontwikkelt. Rus en himalaya zien we in vrijwel elke haarvariëteit, behalve bij borstelcavia’s waarbij deze uitmonstering nog extreem zeldzaam is.

 

   

 

 

Sable

 

Een sable (crca) zou je kort kunnen omschrijven als een rusaftekening op een gekleurd dier. Meteen na de geboorte is zo’n dier nog gewoon gekleurd. Maar op de leeftijd van enkele weken oud, als de rus begint te verkleuren, doet de sable dat ook. De kop, oren en poten worden donkerder. De ideale sable stopt zijn verkleuring zodra de hele kop verkleurd is, waardoor een groot contrast met het lichtere lijf wordt gezien. Bij veel sables echter stopt die verkleuring niet, maar trekt verder, soms zelfs totdat het dier helemaal donker is. Het kan dan ook moeilijk zijn een volwassen sable te herkennen. Ze hebben altijd vuurogen. Ze kunnen bij alle dieren van de zwarte kleurrij voorkomen en ook als (solid) zilveragouti en (solid) cinnamonagouti, evenals de (solid) witargentes. Bij de agouti’s en argentes doet zich echter weer een ander fenomeen voor dan bij de eenkleuren: waar de eenkleuren vaak te ver doorkleuren, is een sable-agouti vaak juist een stuk minder heftig in het verkleuren. De verkleuring stopt regelmatig al midden op de neus.

 

Een sable wordt overigens ook wel marter genoemd, omdat het een sterke overeenkomst vertoont met de (masker)aftekening van het marterkonijn. Helaas wordt de benaming marter ook vaak foutief gebruikt voor een choco-achtige kleur, terwijl het dus geen kleur maar uitmonstering is, die bovendien in veel meer tinten dan enkel choco kan voorkomen. Om verwarring te voorkomen, wordt de internationale naam sable daarom steeds meer gebruikt voor deze uitmonstering.

 

  

Links choco sable, rechts ‘standaard sable’ oftewel zwart sable, in combinatie met zilvervos hetgeen de witte haren op de kop veroorzaakt.

 Lilac sable