Fouten

 

Op deze pagina vind je een aantal fouten die nogal eens voorkomen bij cavia's. Van de meeste fouten hebben de cavia’s zelf geen last, maar ze zijn ongewenst op showdieren. Een dier met een dergelijke fout, kan (veel) punten verliezen of zelfs gediskwalificeerd worden op een tentoonstelling. Daarom doen fokkers vaak hun best dergelijke cavia’s als huisdiertje te verkopen, zodat er niet meer mee verder gefokt wordt. Uiteraard kunnen zulke huisdiertjes net zo gezond, levendig en lief zijn als de ‘geslaagde’ exemplaren!

Hieronder vind je achtereenvolgens:
Vouwoor, incl. open vouwoor en verborgen vouwoor
Rattenoortjes
Spekoog of vetoog
Hangend ooglid
Bungelteen
Warrel
Doorkleuren
Haken aan de kiezen

Vouwoor

 

 

Een vouwoor is een oor, waarbij een randje als het ware is ‘omgeklapt’ en permanent dubbelgevouwen zit. Vaak is dit de voorste rand van het oor, dus het stuk aan de kant van de kop, en meestal is een derde tot de helft van de oorrand omgevouwen. Het omgevouwen stukje zit strak tegen het goede deel van het oor ‘aangeplakt’. Indien je probeert dit vouwoor open te vouwen, dan kan dit wel (het zit niet vast vergroeid) maar klapt het na loslaten meteen weer dicht. Precies daar waar het oor omvouwt, is een verdikte rand te voelen, die ook voelbaar blijft als je het oor openklapt.

 

Officieel is één vouwoor een lichte fout op een show, en twee vouworen een zware fout. In de praktijk worden vouworen strenger beoordeeld, en krijgt een dier al een flinke puntenaftrek als het al maar één vouwoor heeft. Showen met vouworen is eigenlijk ‘not done’ onder de cavia-showers en je ziet ze daarom helemaal niet op tentoonstellingen, ook niet met één vouwoor.

 

 

 

Open vouwoor

 

Soms hoor je ook spreken van een open vouwoor. Bij een open vouwoor zit het oor wel dubbelgevouwen, maar niet zo ‘vastgeplakt’ als een volledig vouwoor. Wel is de scherpe vouw bovenop nog goed zichtbaar en voelbaar. Niet iedereen maakt overigens onderscheid tussen vouwoor en open vouwoor.

 

 

 

Verborgen vouwoor

 

Bij een verborgen vouwoor zit het oor niet permanent dubbelgevouwen, en lijkt op de eerste blik vaak normaal – het is dan ook niet op foto in beeld te brengen. Bij voelen aan het oor is dan echter wel het verdikte randje te voelen waar bij een volledig vouwoor de vouw zou zitten. Een verborgen vouwoor wordt snel gemist, er zijn zelfs gevallen bekend van dieren met een verborgen vouwoor waar men pas na enkele shows erachter kwam dat ze een verborgen vouwoor hadden. Vandaar dat fokkers, die vouworen uit willen selecteren in hun fok, de oren van hun jongen vaak niet alleen bekijken, maar ook altijd even tussen duim en wijsvinger laten doorglijden om er zeker van te zijn dat ze geen verborgen vouworen hebben.

 

 

Rattenoortjes

 

Bij een cavia met rattenoortjes –het zijn bijna altijd beide oortjes tegelijk- staan de oren permanent recht overeind. Vaak is bij zo een dier ook de schedel wat vlak, de snuit is spits en het neusbeen is niet mooi gebogen. De ogen zijn dan ook meestal niet rond, maar wat geknepen, meer amandelvormig. Rattenoortjes komen bij showfokkers zelden voor, maar zie je nog vaak bij dierenwinkelcavia’s.

 

Een rattenoor met bijbehorend spits kopje is een zware fout op tentoonstellingen.

 

   

 

 

Spekoog of vetoog

 

Een spekoog of vetoog zijn twee benamingen voor dezelfde fout. Het onderste ooglid van een cavia is dan wat te slap, het zakt naar beneden, en het vetweefsel dat altijd in de oogkas achter de oogbol verborgen zit puilt naar buiten. Dit ziet er uit als een dikke witte rand direct onder het oog. Het uitpuilend vetweefsel kan soms bij een mild geval nog wat teruggemasseerd worden, maar zal uiteindelijk altijd weer uitzakken.

 

Een spekoog is een zware fout op tentoonstellingen.

 

 

 

Hangend ooglid

 

Een hangend ooglid lijkt erg op een spekoog, en is er vaak ook de voorloper van: veel hangende oogleden ontwikkelen zich op den duur tot spekoog. Bij een hangend ooglid is de bespiering van de kringspier rond het oog zwak, waardoor het ooglid uitzakt. Het verschil met spekoog is, dat bij een hangend ooglid het vetweefsel van de oogkas (nog) niet uitpuilt.

 

Een hangend ooglid is officieel een lichte fout op tentoonstellingen, maar wordt vaak strenger bestraft en daarom worden dieren met hangende oogleden dan ook meestal niet geshowd.

 

 

 

Bungelteentje

 

Een bungelteentje is eigenlijk een erfenis van vroeger, toen cavia’s nog in het wild leefden. Nu hebben cavia’s 3 tenen aan de achtervoet en 4 tenen aan de voorvoet, maar tijdens de evolutie van de cavia in het wild kwamen extra tenen (polydactilie) regelmatig voor. Dit is bijvoorbeeld te zien aan de cuy, die nog dichter bij de wilde cavia staat, daar komt polydactilie nog geregeld voor. Foto’s van extra tenen bij cuys zijn te vinden op onze rassenpagina, onder de beschrijving van cuy. Hier ziet u een foto van een cavia met een volledig aangelegde extra teen aan de achterpoot:

 

 

Bij onze huidige huisdiercavia’s zijn complete extra tenen in de vorm van polydactilie, zoals op de foto hierboven, zéér zeldzaam geworden. Wel worden af en toe nog bungeltenen geboren. Bij bungeltenen zijn weliswaar extra tenen gevormd, maar die zijn dan niet volledig functioneel aan de poot van de cavia bevestigd. Vaak zijn wel één of meer kootjes aangelegd, net als de complete nagel, huid en vacht, maar de kootjes waarmee de teen aan de rest van het skelet vast zit ontbreken bij bungeltenen. Daardoor hangen bungelteentjes er nogal nutteloos bij, enkel aan een stukje huid (dat is op de foto’s hieronder goed zichtbaar). De cavia kan ze ook niet zelf bewegen. Ook is niet altijd aantoonbaar of een cavia wel gevoel heeft in zo’n bungelteen.

 

  

 

Om te voorkomen dat een cavia ergens achter blijft hangen en de teen uitscheurt, worden bungelteentjes door fokkers meestal direct na de geboorte verwijderd met een nagelschaartje of nagelkniptangetje. Dit klinkt heftiger dan het is, vaak is het stukje huid waaraan het teentje vastzit erg dun en er vloeit meestal niet meer dan een enkel druppeltje bloed, ongeveer zoals wanneer je de nagel van je cavia een keer per ongeluk te ver afknipt.

 

Bungeltenen staan niet expliciet als fout omschreven voor tentoonstellingen, maar aangezien ze bijna altijd meteen na de geboorte verwijderd worden zien we ze ook nooit op shows. Wel zijn volledige extra tenen, net als ontbrekende tenen, een zware fout.

 

 

Niet apart behandeld op deze pagina’s, wegens extreem zeldzaam: een teen te weinig aan de voorpoot. Tevens ziet u op de rechterfoto een foutieve teenstand.

Het Caviarassen-team wilde u deze bijzondere foto’s niet onthouden.

  

 

 

Warrel

 

Een warrel is een zogenaamde “haarfout”. Door een warrel groeien de haren een andere kant op dan ze zouden moeten doen. Dit kan door een volledige extra kruin komen, maar vaker heeft de warrel een niet heel duidelijke vorm en groeit zonder duidelijk aanwijsbare oorzaak ergens op de cavia een stukje vacht tegendraads. Dat stukje tegendraads groeiende vacht kan in principe over het hele lijf voorkomen, en de vorm van de warrel kan sterk variëren.

 

  

 

 

PS: voor omschrijvingen van foute kruinen zie de rasomschrijving van de borstelcavia, op onze Rassen-pagina.

 

 

Doorkleuren

 

Dieren uit de rode kleurrij kunnen het zogenaamde “doorkleuren” vertonen: een fenomeen waarbij de kleur donkerder wordt en wat op agouti kan gaan lijken. Soms wordt dit ook als ‘doorslaan’ beschreven.

 

Bij onverdund rood komt dat het meest voor, maar ook bij goud, buff, saffraan en crème kan doorkleuren voorkomen. Verder kan een wit donkeroog dier ineens op latere leeftijd donkerder gekleurde vlakken krijgen: ook dit is doorkleuren, een wit donkeroog cavia is genetisch namelijk rood(bont of effen) waarbij enkel het rood is uitgefilterd tot wit. Meer informatie hierover is te vinden op de Genetica-pagina’s. Ook beperkt het doorkleuren zich niet tot effen of bonte dieren, maar ook bij driekleuren kunnen de kleurvlakken uit de rode kleurrij doorkleuren. Het gebeurt overigens niet bij alle rode dieren, en is voor shows ongewenst. Fokkers proberen dieren die doorkleuren wel vaak uit te sluiten van de fok, maar dat is in de praktijk moeilijk, omdat het doorkleuren nooit op een jong dier te zien is, maar pas als de cavia al volwassen is. Bij een jong dier is nog niet te zien welke rode zal gaan doorkleuren en welke niet. Ook is niet te voorspellen op welke leeftijd het doorkleuren gebeurt, áls het dus al gebeurt, de één verkleurt al met een paar maanden, de ander pas na een paar jaar.

 

Er zijn diverse theorieën over het hoe en waarom van doorkleuren. Zo is er geopperd dat het zou kunnen liggen aan roden die verborgen agouti zijn (zie voor uitleg over verborgen agouti de pagina Genetica, en onze Kleurenpagina onder Eenkleur). Dit is echter niet duidelijk bewezen en er zijn ook doorgekleurde dieren bekend die zeker niet verborgen agouti zijn.

Wel is duidelijk dat er ergens een samenhang is met de intensiteit van de kleur. Hoe donkerder het rood, hoe meer kans dat het dier gaat doorkleuren.

 

Het doorkleuren van rood gaat niet gelijkmatig over het hele dier, maar wat vlekkerig. Het kan over het hele lijf gebeuren. Deze cavia is aan het doorkleuren, je ziet donkerdere vlekken over de kop en het lijf, vooral op de schouders:

 

 

Is een dier eenmaal aan het doorkleuren gegaan, dan gaat dit proces ook door totdat het dier volledig donker is geworden. Hieronder de foto’s van hetzelfde dier, eerst als jonge cavia (links) en dan als volledig doorgekleurde volwassen cavia (rechts). Een spectaculair verschil!

 

 

 

 

Haken aan de kiezen

 

Haken aan de kiezen zijn natuurlijk eerst en vooral een gezondheidsprobleem. Toch behandelen we ze hier bij fouten voor showcavia’s, omdat er een niet bewezen, maar wel sterk vermoeden van erfelijkheid van deze aandoening is. Er kunnen meerdere oorzaken van haken op de kiezen zijn, zoals verkeerde voeding (te zacht en geen hooi ter beschikking), trauma (ongeluk: gebroken kaak, afgebroken en daardoor scheefgegroeide kies, of een afgebroken tand die zó scheef is teruggegroeid dat de tanden niet meer recht afslijten en daardoor de kiezen elkaar niet meer raken bij het kauwen). Maar ook tumoren, stofwisselingsziektes, satijnziekte en neurologische aandoeningen waardoor de kaakbeweging niet meer optimaal is kunnen haken op de kiezen veroorzaken. Is de oorzaak van haken op de kiezen niet expliciet aan één van deze oorzaken toe te wijzen, dan moet in principe erfelijkheid als oorzaak serieus in overweging worden genomen en het dier van de fok uitgesloten worden.

 

De kiezen van cavia’s groeien, net als de tanden, het hele leven door. Tanden groeien wel 1 mm per dag, kiezen 1 mm per week. Tandproblemen vallen vaak snel op en zijn ook snel weer bijgetrokken door deze snelle groei. De langzamer groeiende kiezen zijn verstopt achter in de bek en problemen met de kiezen vallen door deze twee factoren veel minder snel op.

 

Kiezen raken elkaar in principe niet als de kaak in rust is, enkel bij het eten slijten ze over elkaar. Als door één of andere oorzaak de kiezen niet goed afslijten, en elkaar in rust beginnen te raken, worden ze naar binnen gedrukt en groeien scheef verder. Langzaam maar zeker zal dit problemen gaan geven, zo kan de cavia steeds slechter eten –wat overigens niet altijd opvalt omdat het dier wél interesse in voer toont en ermee speelt en laat rondgaan in de bek- en gaat meer en meer kwijlen (de haken aan de kiezen raken namelijk de wangen en kunnen die verwonden). Op den duur vormen de kiezen zelfs een volledige brug over de tong heen en wordt eten vrijwel onmogelijk. Vaak wordt pas in dit stadium de haakvorming ontdekt. Dit probleem kan enkel bij de dierenarts verholpen worden, de kiezen zullen onder narcose worden geknipt en/of bijgevijld. De haakvorming zal bij enkele dieren daarna wegblijven, maar er zijn ook cavia’s waarbij de kies intussen al tot in de wortel een zodanige scheefstand heeft of waarbij de oorzaak niet weg te nemen is, dat de haken terug zullen groeien. Aangezien het dier door het minder goed eten een steeds slechtere conditie krijgt moet er rekening mee worden gehouden dat een narcose een te zware belasting kan worden.